JOL 2008, 467
HR, 13-06-2008, nr. 08/01541
HR 13-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1500
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/01541
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BD1500
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1500, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2008
Essentie
Wet Bopz. Strafrechtelijke terbeschikkingstelling en voorlopige machtiging; ongewenste doorkruising.
Nu op het moment van het verlenen van de voorlopige machtiging sprake was van een terbeschikkingstelling op grond van een uitspraak van de rechter kon de voorlopige machtiging – gelet op HR 18 april 2003, NJ 2003, 628, m.nt. JdB - slechts worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk wordt beëindigd.
Partij(en)
Beschikking in de zaak van:
[Verzoeker], te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, verweerder in cassatie, niet verschenen.