NJB 2008, 1276
HR, 30-05-2008, nr. C07/131HR: Endstra
HR 30-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 mei 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
- Zaaknummer
C07/131HR
- Conclusie
A-G mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BC2153
- Roepnaam
Endstra
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2153, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2153, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑05‑2008
- Wetingang
Aw art. 1; Aw art. 10; Aw art. 13; Rv art. 44 lid 3; Rv art. 1019h; EG-Richtlijn nr. 04/48 art. 14
Essentie
Auteursrecht. De vastgoedhandelaar Willem Endstra heeft in 2003–2004 geheime gesprekken met de CIE gevoerd in een auto. Die gesprekken zijn, gedeeltelijk letterlijk weergegeven in een transcript, uitgegeven in een boek. Rust op deze ‘achterbankgesprekken’ auteursrecht? HR:
1
1 Persoonlijk stempel. De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.