Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 520
HR, 16-05-2008, nr. R07/049HR
HR 16-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8978
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 mei 2008
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R07/049HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BC8978
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC8978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC8978, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑05‑2008
Essentie
Verzoek ex art. 1:204 lid 3 BW tot het verlenen van vervangende toestemming tot de erkenning van een kind. Maatstaf. ‘Family life’ tussen het kind en de man die het kind wil erkennen vereist? Cassatieberoep verworpen roet toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
1. [De man], te [woonplaats],
2. Mr. L. Berghuis-Knijff, in haar hoedanigheid bijzonder curator over de minderjarige [dochter], te Utrecht, verweerders in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 22 november 2005 ter griffie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.