NJ 2008, 503
HR, 28-03-2008, nr. C06/269HR: Philips/Oostendorp
HR 28-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0384, m.nt. E. Verhulp (Philips/Oostendorp)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2008
- Magistraten
Mrs. D.H.Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/269HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
E. Verhulp
- LJN
BC0384
- Roepnaam
Philips/Oostendorp
- JCDI
JCDI:ADS111870:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC0384, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC0384, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2006
- Wetingang
BW art. 7:653
Essentie
Concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst; schriftelijkheidsvereiste van art. 7:653 BW; ratio; reikwijdte.
Aan het voor een concurrentiebeding geldende schriftelijkheidsvereiste, waaraan de gedachte ten grondslag ligt dat in dat vereiste een bijzondere waarborg is gelegen dat de werknemer de consequenties van dit voor hem bezwarende beding goed heeft overwogen, is in ieder geval voldaan indien de werknemer een arbeidsovereenkomst waarin een concurrentiebeding is opgenomen of enig ander geschrift waarin een concurrentiebeding als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden voorkomt, heeft ondertekend. Aan dat vereiste is eveneens voldaan indien in een arbeidsovereenkomst of in een brief wordt verwezen naar de bijgevoegde arbeidsvoorwaarden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.