Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 336
HR, 21-03-2008, nr. R07/071HR
HR 21-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC2252
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 maart 2008
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R07/071HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BC2252
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC2252, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC2252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2008
Essentie
Verzoek tot gerechtelijke vaststelling vaderschap. Internationaal privaatrecht. Kan verzoek worden toegewezen nu kind reeds in Duitsland naar Duits recht is erkend?; belang. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
Mr. Ivo Johan Pieters, in zijn hoedanigheid van bijzonder curator over de minderjarige [kind], kantoorhoudende te Leiden, verzoeker tot cassatie, adv. mr. J.F.M. van Weegberg,
tegen
1. [De vrouw], te Duitsland,
2. [De man], te [woonplaats], verweerders in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
De vrouw heeft op 1 april 2005 bij de rechtbank Amsterdam een verzoekschrift ingediend, strekkende tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.