RvdW 2008, 220
HR, 15-02-2008, nr. C06/021HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5065
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/021HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BB5065
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB5065, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB5065, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2005
- Wetingang
ROW (1910) art. 43
Essentie
Octrooirecht. ROW (1910). Inbreukvordering m.b.t. vóór 1978 aangevraagd en verleend werkwijze-octrooi; beschermingsomvang; bewijslastverdeling; wettelijk vermoeden ex art. 43 lid 5; bewijswaardering.
Falende klachten tegen de beslissing van het hof om in de gevorderde fase van het geding, nadat uitvoerige getuigenverhoren aan beide zijden hadden plaatsgevonden over de vraag welke werkwijze thans verweerders in cassatie toepasten, thans eiseres tot cassatie niet in de gelegenheid te stellen andermaal de juistheid van haar stelling te dier zake te bewijzen, alsmede tegen de waardering door het hof van het bijgebrachte getuigenbewijs. Voorts falende klachten tegen het oordeel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.