NJB 2008, 554
HR, 15-02-2008, nr. C06/021HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5065
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/021HR
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BB5065
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB5065, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB5065, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2005
- Wetingang
Octrooiwet 1910 art. 43 lid 5; Row art. 70 lid 7
Essentie
Inbreuk op werkwijze-octrooi (zie hierna LJN BB5066). Geoctrooieerd was een werkwijze ter vervaardiging van steenwolproducten. HR: 1. Het hof heeft geen rechtsregel geschonden door in de gevorderde fase van het geding na getuigenverhoor de octrooihouder niet in de gelegenheid te stellen andermaal de juistheid van haar stelling te bewijzen. 2. Het oordeel dat de werkwijze van de wederpartij niet valt binnen het bereik van het octrooi, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. 3. Het ‘tegenbewijs’ waarin volgens het hof de wederpartij is geslaagd, komt, wat het resultaat betreft, overeen met het bewijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.