RCR 2008, 33
Schuldeisersverzuim. Bewijslast ex art. 6:58 BW.
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB8648 (APR/Lavrijsen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/166HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BB8648
- Roepnaam
APR/Lavrijsen
- JCDI
JCDI:ADS870932:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB8648, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB8648, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑02‑2008
- Wetingang
Essentie
Hoe is de bewijslast verdeeld bij verhindering tot nakoming verbintenis door schuldenaar bij afwezigheid van benodigde medewerking van schuldeiser?
Samenvatting
Lavrijsen, verweerder in cassatie, wenste haar veehouderijbedrijf uit te breiden. Voor deze uitbreiding was een milieuvergunning vereist, die pas door B&W zou worden afgegeven als de vergunning van een andere veehouderij uit de regio werd ingetrokken. APR (Agrarische Produktie-Rechten), eiseres in cassatie, was in het bezit van een volmacht van een andere veehouderij om B&W te verzoeken diens milieuvergunning in te trekken. Partijen zijn overeengekomen dat APR ten behoeve van Lavrijsen van die volmacht gebruik zou maken. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.