JOL 2008, 74
HR, 01-02-2008, nr. C06/166HR: APR/Lavrijsen
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB8648 (APR/Lavrijsen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/166HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BB8648
- Roepnaam
APR/Lavrijsen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB8648, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB8648, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
Essentie
Schuldeisersverzuim. Bewijslastverdeling.
Blijkens art. 6:58 BW dient de partij die zich beroept op schuldeisersverzuim te stellen en zo nodig te bewijzen dat de nakoming van haar verbintenis verhinderd wordt doordat de schuldeiser de daartoe noodzakelijke medewerking niet verleent of doordat een ander beletsel van zijn zijde opkomt, en dat, indien de schuldeiser zich erop beroept dat de oorzaak van de verhindering hem niet kan worden toegerekend, daarvan op hem de bewijslast rust.
Partij(en)
Agrarische Produktie-Rechten Apr Berkel-Enschot B.V., te Berkel-Enschot, eiseres tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep, adv. mr. B.T.M. van der Wiel,
tegen
[Verweerder], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.