RFR 2008, 38
Gezag en omgang. Heeft een biologische ouder die haar kind ter adoptie heeft afgestaan recht op omgang als er feitelijk geen nauwe persoonlijke betrekkinggen hebben bestaan?
HR 21-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB9235
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/039HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BB9235
- JCDI
JCDI:ADS125459:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB9235, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB9235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2007
- Wetingang
BW art. 1:377a; BW art. 1:377f; EVRM art. 8
Essentie
Heeft een biologische ouder die haar kind ter adoptie heeft afgestaan recht op omgang als er feitelijk geen nauwe persoonlijke betrekkingen hebben bestaan?
Samenvatting
In 1996 is uit de moeder een dochter geboren. Zij heeft haar kind afgestaan ter adoptie. Vervolgens is zij bij beschikking ontheven van het ouderlijk gezag over het kind en is er een voogdes (de latere adoptiemoeder) benoemd. In 1998 heeft de moeder een tweede dochter gekregen, die de moeder eveneens na de geboorte heeft afgestaan ter adoptie. Bij beschikking van de rechtbank van 28 september 1998 is de adoptie van het eerste kind ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.