JOL 2007, 894
HR, 21-12-2007, nr. C06/194HR
HR 21-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5074
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C06/194HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BB5074
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB5074, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB5074, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2006
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Verblijf tbs-veroordeelde in huis van bewaring in afwachting van plaatsing in tbs-inrichting; aanvaardbare termijn.
De overwegingen van het EHRM in zijn uitspraak inzake Brand tegen Nederland (no. 49902/99, NJ 2005, 57) waarin het hof oordeelde dat zelfs een vertraging van zes maanden bij toelating van een persoon tot een tbs-kliniek niet aanvaardbaar is, bevatten geen aanwijzing dat het EHRM de door de Nationale Ombudsman aanvaardbaar geachte drie maanden voor het selecteren van de meest geschikte tbs-kliniek en bijbehorende administratieve procedures niet aanvaardbaar vond. Het hof heeft terecht uit de uitspraak van het EHRM afgeleid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.