RvdW 2007, 1025
HR, 30-11-2007, nr. C06/036HR
HR 30-11-2007, BA4604 (Conclusie)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/036HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BA4604
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2007
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA4604, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 03‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑10‑2005
- Wetingang
BW Boek 6 art. 6:105; BW Boek 6 art. 6:97
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid arts. Schadebegroting; vrijheid rechter; kapitaliseren (toekomstige) schade; peildatum vóór datum uitspraak; werkelijk geleden schade; wijziging belastingstelsel; overlijdensrisico voorbije jaren; moratoire interessen.
Bij het bepalen van de schadevergoeding dient de rechter zoveel als redelijkerwijs mogelijk is de werkelijk geleden en te lijden schade te begroten. Dat de appellanten in hun in 1997 ingediende memorie van grieven niet hebben aangevoerd dat bij de begroting van de belastingschade rekening zal moeten worden gehouden met het nieuwe belastingstelsel dat wortelt in het regeerakkoord van 1998, kan derhalve niet eraan in de weg staan dat zij in een later stadium van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.