RAV 2008, 13
Contractuele aansprakelijkheid. Is het hof gebonden aan zijn eindbeslissing; geldt de klachtplicht van art. 6:89 BW en art. 7:23 lid 1 BW ook voor onrechtmatig handelen?
HR 23-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3733 (Ploum/Smeets)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C05/323HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BB3733
- Roepnaam
Ploum/Smeets
- JCDI
JCDI:ADS870875:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB3733, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3733, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
- Wetingang
Essentie
Is het hof gebonden aan zijn eindbeslissing; geldt de klachtplicht van art. 6:89 BW en art. 7:23 lid 1 BW ook voor onrechtmatig handelen?
Samenvatting
Verkoopster heeft een perceel grond met tankstation op 21 januari 1994 geleverd aan koopster. Verkoopster had het tankstation zelf op 26 september 1988 geleverd gekregen van C (Groothandel Ploum B.V.). Verkoopster werd bij de verkoop vertegenwoordigd door haar echtgenoot. In art. 2 lid 3 van de transportakte staat: ‘Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond.’ Voordat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.