HR, 23-11-2007, nr. C05/323HR: Ploum/Smeets

Documentgegevens:

HR 23-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3733 (Ploum/Smeets)

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 23 november 2007
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels enC.A. Streefkerk
Zaaknummer: C05/323HR
Conclusie: P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
LJN: BB3733
Roepnaam: Ploum/Smeets
Vakgebied(en): Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:BB3733, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3733, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
Wetingang: BW art. 6:88; BW art. 6:89; BW art. 7:17; BW art. 7:23

Essentie

Verkoop van een tankstation waarvan de bodem verontreinigd blijkt. 1. Eindbeslissing, tegenbewijs en bewijsrisico. De oordelen van het hof bevatten eindbeslissingen. Het hof heeft immers uitdrukkelijk en zonder voorbehoud beslist dat een stelling moet worden aangenomen, tenzij de wederpartij erin slaagt op de door het hof aangegeven wijze tegenbewijs te leveren, waarmee het bewijsrisico zonder enig voorbehoud bij de wederpartij is gelegd. 2. Gebondenheid aan eindbeslissing in tussenarrest. Het hof had zich niet zonder meer gebonden moeten achten aan zijn eindbeslissing in het tussenarrest, doch had moeten beoordelen of en in hoeverre zijn redenering in dit stadium van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.