RvdW 2007, 987
HR, 16-11-2007, nr. R06/184HR
HR 16-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB6200
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 november 2007
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/184HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BB6200
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB6200, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB6200, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2007
Essentie
Afwijzing verzoek tot houden voorlopig getuigenverhoor wegens ontbreken voldoende belang als bedoeld in art. 3:303 BW en wegens vage strekking en onduidelijke bewoordingen van verzoek. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2], beiden te [woonplaats], verzoekers tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
1. ING Groep N.V., te Amsterdam,
2. ING Bank N.V., te Amsterdam,
3. [Verweerder 3], te [woonplaats], verweerders in cassatie, adv. mrs. J. de Bie Leuveling Tjeenk en D. Vlasblom.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 13 december 2005 ter griffie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.