NJB 2007, 2287
HR, 09-11-2007, nr. C06/113HR (1447)
HR 09-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB7408
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2007
- Zaaknummer
C06/113HR (1447)
- LJN
BB7408
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Onteigeningsrecht / Onteigening
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB7408, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB7408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Onteigening in het Laakkwartier te Den Haag. Zowel een gewezen erfpachtster die na beëindiging van de erfpacht het perceel is blijven gebruiken als een huurster verzoeken te mogen tussenkomen als derden-belanghebbenden in de zin van art. 3 lid 2 Ow. De rechtbank merkt de gewezen erfpachtster niet aan als derde-belanghebbende, maar beoordeelt niettemin — met goedvinden van de gemeente — haar aanspraken. In cassatie bestrijdt de gemeente de beslissingen over de vergoedingen aan de gewezen erfpachtster en aan de huurster. A‑G mr. J.L.R.A. Huydecoper bespreekt onder 5–13 de ontvankelijkheid van het cassatieberoep in het licht van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.