NJ 2008, 5
HR, 02-11-2007, nr. R06/032HR: Kessock/SFT
HR 02-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3671, m.nt. J.M.M. Maeijer (Kessock/SFT)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/032HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
BB3671
- Roepnaam
Kessock/SFT
- JCDI
JCDI:ADS154793:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB3671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3671, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2006
- Wetingang
BWNA art. 6:162
Essentie
Antillenzaak. ‘Afgeleide schade’ aandeelhouders vennootschap; schending specifieke jegens de aandeelhouders geldende zorgvuldigheidsverplichting?; stelplicht.
Het hof heeft niet miskend dat thans eisers tot cassatie als aandeelhouders van de vennootschappen schadevergoeding van thans verweerster in cassatie kunnen vorderen voor de vermindering van de waarde van hun aandelen in de vennootschappen (‘afgeleide schade’), indien zij dergelijke schade hebben geleden als gevolg van schending door verweerster van een jegens hen geldende specifieke zorgvuldigheidsverplichting, en heeft evenmin miskend dat aan vergoeding van dergelijke schade niet in de weg staat dat die schade voor de vennootschappen ‘definitief’ is geworden op de grond dat een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.