JOL 2007, 723
HR, 02-11-2007, nr. C06/106HR
HR 02-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA8445
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/106HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BA8445
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA8445, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA8445, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2007
Essentie
Schenking. Nietigheid/vernietigbaarheid o.g.v. art. 4:953 lid 2 BW (oud)?; restrictieve uitleg. Misbruik van omstandigheden?; stelplicht en bewijslast ingevolge art. 7:176 BW; redelijkheid en billijkheid; motiveringseisen.
Uit de aard van de bepaling van art. 4:953 lid 2 (oud) BW (nietigheid/vernietigbaarheid van schenkingen verricht gedurende een verblijf in een instelling bestemd voor de verpleging of verzorging van bejaarden of geestelijk gestoorden) volgt dat een restrictieve uitlegging op haar plaats is.
Uit de bewoordingen noch uit de parlementaire geschiedenis van art. 7:176 BW (bewijslast misbruik van omstandigheden bij schenking) blijkt dat slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden de mogelijkheid bestaat om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.