Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 943
HR, 02-11-2007, nr. C06/057HR
HR 02-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA7558
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2007
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/057HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BA7558
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA7558, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7558, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2007
Essentie
Verval van instantie; oud of nieuw recht in geding na cassatie en verwijzing?
Vervolg op HR 12 juli 2002, NJ 2003, 151, m.nt. F.C.B van Wijmen. Zoals overwogen in HR 13 oktober 2006, NJ 2006, 562 volgt uit de overgangsbepaling van art. VII lid 1 van de Wet tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken dat op procedures die bij de rechtbank, het hof of de Hoge Raad aanhangig waren vóór 1 januari 2002, het oude procesrecht van toepassing blijft totdat de instantie is afgelopen met een eindvonnis of eindarrest en is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.