NJB 2007, 2182
HR, 26-10-2007, nr. C06/162HR
HR 26-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA8448
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2007
- Zaaknummer
C06/162HR
- LJN
BA8448
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA8448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA8448, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Na echtscheiding wordt de man in kort geding veroordeeld om geld op een rekening te storten onder verbeurte van dwangsommen. In de onderhavige procedure tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap heeft het hof bepaald dat de vrouw aan de man wegens overbedeling verschuldigd is € 67 452,08 en € 56 722,53, maar voor recht verklaard dat de verbintenissen die hieruit voortvloeien teniet zijn gegaan wegens verrekening met de verbintenissen die voortvloeien uit de vordering van de vrouw inzake dwangsommen, alimentatie en proceskosten.