RFR 2007, 136
Huwelijksvermogensrecht. Komen onterecht betaalde kosten van huishouding na einde huwelijk nog voor verrekening in aanmerking?
HR 19-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA7644
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/165HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BA7644
- JCDI
JCDI:ADS871667:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA7644, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7644, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2007
- Wetingang
BW art. 1:84; BW art. 3:321; BW art. 3:322
Essentie
Komen onterecht betaalde kosten van de huishouding na het einde van het huwelijk nog voor verrekening in aanmerking?
Samenvatting
Partijen zijn in 1974 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij waren overeengekomen, dat er geen enkele vorm van gemeenschap tussen hen zal bestaan en dat de man alle kosten van de huishouding voor zijn rekening zal nemen. Hij startte in 2003 de echtscheidingsprocedure, waarin de vrouw onder meer verzocht dat de man aan haar een bedrag van € 156 927 dient te voldoen ter vergoeding van de door haar betaalde kosten van de huishouding. Mede omdat de man ter zitting erkende dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.