RvdW 2007, 692
HR, 13-07-2007, nr. C06/035HR: Vakantiepark Zeebad
HR 13-07-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5796 (Vakantiepark Zeebad,Vakantiepark/Bij de Vaate)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/035HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BA5796
- Roepnaam
Vakantiepark Zeebad
Vakantiepark/Bij de Vaate
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA5796, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA5796, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2007
- Wetingang
BW art. 6:251
Essentie
Kwalitatief recht in zin van art. 6:251 BW; vereiste verband met aan schuldeiser toebehorend goed.
De beslissing van het hof in zaak C06/061 dat het recht op voldoening van de parkbijdrage niet is te beschouwen als een kwalitatief recht in de zin van art. 6:251 BW, zodat Vakantiepark door de verkrijging van de gemeenschappelijke voorzieningen niet tevens jegens de kaveleigenaren het recht heeft verkregen tot inning van de parkbijdrage, is gegrond op het — mede op een alleszins begrijpelijke uitleg van de op de koop-/aannemingsovereenkomsten toepasselijke algemene voorwaarden berustende — oordeel dat een splitsing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.