NJB 2007, 1593
HR, 29-06-2007, nr. R06/046HR
HR 29-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4664
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/046HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AZ4664
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4664, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4664, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2006
- Wetingang
EG-Richtlijn nr. 95/46 art. 12; WBPg art. 1 aanhef en onder c; WBPg art. 2 lid 1; WBPg art. 25; WBPg art. 35; WBPg art. 39; WBPg art. 43; WPR (oud) art. 29; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 7.1.1; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 8.5.3; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 8.5.5; Rv art. 843a
Essentie
Persoonsgegevens. Rechtsstrijd in hoger beroep. Nu tegen de (tot gedeeltelijke afwijzing leidende) overwegingen van de rechtbank in hoger beroep geen grieven zijn gericht en verweerder geen incidenteel appel heeft ingesteld, is het hof door in zijn beschikking te oordelen dat art. 35 Wbp recht geeft op kopieën van diverse stukken en transcripties van telefoongesprekken buiten de rechtsstrijd van partijen getreden. Overigens gelijke beslissing als in HR 29 juni 2007, R06/045HR, LJN AZ4663.
Partij(en)
Dexia Bank Nederland N.V., adv. mr. R.S. Meijer en mr. B.T.M. van der Wiel,
tegen
verweerder, adv. mr. H.J.W. Alt.