JOL 2007, 488
HR, 29-06-2007, nr. C06/077HR
HR 29-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA4607
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/077HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BA4607
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA4607, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA4607, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2007
Essentie
Financiële afwikkeling samenleving; verrekening vermogensvoordeel?; motiveringsgebrek. Wettelijke rente; ingangsdatum.
Slagende cassatieklacht dat het hof een grief van thans eiser tot cassatie heeft verworpen zonder de gronden te vermelden waarop het standpunt van appellant onjuist acht.
Nu het hof ervan is uitgegaan dat de wettelijke rente was aangezegd bij de inleidende dagvaarding van 12 juni 1990, is het gelet op art. 1286 (oud) BW onbegrijpelijk dat het hof de wettelijke rente reeds heeft laten ingaan op 1 januari 1990. Daarvoor is in ieder geval niet redengevend dat op die datum de samenwoning van partijen is beëindigd, zoals het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.