NJB 2007, 1475
HR, 22-06-2007, nr. C05/308HR
HR 22-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6269
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2007
- Zaaknummer
C05/308HR
- LJN
BA6269
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA6269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA6269, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Legaat. Natuurlijke verbintenis. De erflater heeft het zakelijk recht van gebruik en bewoning van zijn huis gelegateerd aan de vrouw met wie hij samenwoont. Na zijn overlijden betwisten de kinderen, tevens enig erfgenamen, dat het legaat, waarmee hun legitieme wordt aangetast, is gemaakt ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis. De rechtbank en het hof stellen de kinderen in het gelijk.
Uitspraak
Plv. P‑G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense werkt onder 9 het begrip natuurlijke verbintenis uit.