NJB 2007, 1403
HR, 15-06-2007, nr. C06/058HR: Bax/Weijers
HR 15-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1522 (Bax/Weijers)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juni 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/058HR
- Conclusie
A-G J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BA1522
- Roepnaam
Bax/Weijers
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA1522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA1522, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2006
- Wetingang
Rv art. 254
Essentie
Geldvordering in kort geding. Spoedeisendheid. Nevenvordering. Proceseconomie. Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. Dienaangaande moeten naar behoren feiten en omstandigheden worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed geboden is. Indien de hoofdvordering (i.c. geen geldvordering) voldoende spoedeisend is en een daarmee nauw verwante nevenvordering als die ter zake van buitengerechtelijke kosten niet of onvoldoende wordt betwist, mag in het belang van de proceseconomie in beginsel worden aangenomen dat ook toewijzing van de nevenvordering uit hoofde van onverwijlde spoed ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.