RAV 2007, 24
Onrechtmatige daad. Wat dient een partij aan feiten te stellen om een vordering uit onrechtmatige daad te kunnen dragen?
HR 08-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2075
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/147HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BA2075
- JCDI
JCDI:ADS870898:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA2075, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2075, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 21; Rv art. 24; Rv art. 149
Essentie
Wat dient een partij aan feiten te stellen om een vordering uit onrechtmatige daad te kunnen dragen?
Samenvatting
Op 28 mei 1999 brandde op Curaçao het pand ‘De Vijf Zinnen’ af. Het betrof een buitenverblijf te Willemstad dat op de lijst van beschermde monumenten stond. Het pand behoorde in eigendom toe aan Scharloo Central Properties N.V. (hierna SCP). Na de brand liet de directeur van SCP het buitenhuis geheel slopen, zonder over een daartoe benodigde vergunning te beschikken. Op basis daarvan is de directeur veroordeeld tot het betalen van een boete. Stichting Monumentenzorg Curaçao (hierna: Monumentenzorg) heeft SCP gesommeerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.