NJB 2007, 1312
HR, 01-06-2007, nr. C06/079HR
HR 01-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2501
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2007
- Zaaknummer
C06/079HR
- LJN
BA2501
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA2501, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2501, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Kredietovereenkomst. Vervolg op HR 21 november 2003, NJ 2004, 130 (Fortis/Hermans). De bank vordert van (de erven van) een voormalig directeur/groot-aandeelhouder van een vennootschap betaling van het saldo van een rekeningcourantkrediet dat voor faillissement van de vennootschap door de bank was opgezegd. De rechtbank en het hof wijzen de vordering toe met verwerping van verweren over de uitleg en de strekking van de kredietovereenkomst, de bevoegdheid tot het aangaan daarvan en beroepen op wilsgebreken.