NJB 2007, 1124
HR, 04-05-2007, nr. R05/156HR
HR 04-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7621
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/156HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AZ7621
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7621, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ7621, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2007
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Verrekening van niet uitgekeerde winsten. Overwegende zeggenschap. Niet alleen getalsmatige meerderheidszeggenschap, maar ook feitelijke zeggenschap van een echtgenoot over de winstbestemming kan ertoe leiden dat niet uitgekeerde winsten bij de verrekening in aanmerking moeten worden genomen. De omstandigheid dat de man had kunnen verzoeken om winstuitkering en zich tot de rechter had kunnen wenden om winstuitkering af te dwingen, levert naar het oordeel van het hof geen overwegende zeggenschap op. Dit oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand
tegen
de man, adv. mr. E. van Staden ten Brink