NJB 2007, 703
HR, 09-03-2007, nr. C05/317HR
HR 09-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4568
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 maart 2007
- Zaaknummer
C05/317HR
- LJN
AZ4568
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Internationaal privaatrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4568, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4568, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑03‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Moeder van gefailleerde overlijdt. De nalatenschap valt open in Oostenrijk. Curator vordert dat gefailleerde eraan meewerkt dat diens aandeel in de nalatenschap wordt afgegeven aan de curator. Hof bekrachtigt toewijzend vonnis, met verwerping van de verweren dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft en de curator geen belang bij de vordering.
Uitspraak
Inleiding:
A‑G mr. L. Strikwerda concludeert tot verwerping. De Nederlandse rechter kan zijn bevoegdheid ontlenen aan de hoofdregel van art. 2 Rv. Het belang van de curator bij de vordering is erin gelegen dat (bij het uitgangspunt dat de EU Insolventieverordening (Verordening (EG) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.