NJ 2007, 450
HR, 19-01-2007, nr. C05/240HR
HR 19-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0129, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/240HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AZ0129
- JCDI
JCDI:ADS125880:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ0129, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep; ontvankelijkheid nu kind namens wie hoger beroep werd ingesteld tijdens procedure in eerste aanleg meerderjarig is geworden? Onrechtmatige daad (ongeval tijdens gymnastiekles); zorgvuldigheidsnorm; causaal verband.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft de verwerping door het hof van het door thans eiseres tot cassatie gedane beroep op niet-ontvankelijkheid van thans verweerders in cassatie sub 1 en 2 (de ouders) in het door hen ingestelde hoger beroep, nu in de overwegingen van het hof niet alleen besloten ligt dat de volmacht die thans verweerder in cassatie sub 3 (het kind) naar zijn verklaring bij pleidooi aan zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.