NJB 2007, 270
HR, 12-01-2007, nr. C06/160HR
HR 12-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ2041
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/160HR
- Conclusie
A-G L. Strikwerda
- LJN
AZ2041
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ2041, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ2041, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑01‑2007
- Wetingang
Rv art. 407 lid 2; Rv art. 419
Essentie
Procesrecht. Cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat de cassatiemiddelen de daarvan te vergen precisie en bepaaldheid ontberen.
Partij(en)
Eiseres, adv. mr. M.G. Evers
tegen
Ontvanger van de Belastingdienst/Hollands Midden, adv. mr. M.J. Schenck
Uitspraak
HOGE RAAD
De middelen maken niet duidelijk tegen welke beslissing(en) of overweging(en) van het hof wordt opgekomen en evenmin waarom deze onjuist, onvoldoende gemotiveerd dan wel onbegrijpelijk zou(den) zijn. Zij ontberen alle zozeer de van een middel van cassatie te vergen precisie en bepaaldheid, dat eiseres in haar beroep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Volgt niet-ontvankelijkverklaring, overeenkomstig de conclusie van de A‑G.