JAR 2007, 50
Pensioen. De facultatieve aansluiting van parttimers gedurende de wachttijd levert in beginsel geen ongelijke behandeling op basis van geslacht op.
HR 05-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AY8771
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.D.H. Asser; A-G Keus
- Zaaknummer
C05/193HR
- LJN
AY8771
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AY8771, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AY8771, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2005
- Wetingang
EG-Verdrag art. 119; EG-Verdrag art. 141; BW art. 3:310
Essentie
Levert de facultatieve aansluiting van parttimers gedurende een wachttijd ongelijke behandeling op basis van geslacht op, en daarmee strijd met art. 119 (art. 141) EG-Verdrag; wat zijn de maatstaven voor het vaststellen van de subjectieve bekendheid ter stuiting van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:310 lid 1 BW?
Samenvatting
Verweersters waren in dienst als hulpkracht en/of parttimer bij Vendex KBB. Ingevolge het Vendex KBB pensioenreglement waren zij tot 1 januari 1978 uitgesloten van deelname aan de pensioenregeling. Vanaf 1 januari 1978 gold voor hen een wachttijd van vijf jaar, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.