RvdW 2007, 36:Cassatieberoep tegen tussenbeschikking; niet-ontvankelijkheid. In de beschikking van het hof — waarbij het hof appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar hoger beroep waarin werd verzocht te beslissen dat de rechtbank zich (relatief) onbevoegd had dienen te verklaren — is niet aan het geding omtrent de verzochte faillietverklaring met een uitdrukkelijk dictum een einde gemaakt. Die beschikking is dus een tussenbeschikking, waartegen tussentijds cassatieberoep niet openstond.