NJB 2007, 145
HR, 22-12-2006, nr. R06/094HR
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ2724
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/094HR
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
AZ2724
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ2724, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ2724, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
- Wetingang
Rv art. 401a; Rv art. 426 lid 4
Essentie
Procesrecht. Niet-ontvankelijk cassatieberoep tegen tussenbeschikking (niet-ontvankelijkverklaring) waarin niet aan het geding omtrent de verzochte faillietverklaring met een uitdrukkelijk dictum een einde is gemaakt.
Partij(en)
X, adv. mr. P. Garretsen
tegen
Bank Bercoop NV, niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Met een op 30 mei 2006 ter griffie van de rechtbank te Zutphen ingekomen verzoekschrift heeft Bank Bercoop zich gewend tot die rechtbank en verzocht X in staat van faillissement te verklaren.
De rechtbank heeft het verzoek behandeld ter terechtzitting van 8 juni 2006. Tijdens deze zitting heeft X voorafgaande aan haar inhoudelijk verweer aangevoerd dat de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.