JOL 2006, 849:Cassatie. Verstek. EG-Betekeningsverordening. Nu de voor verweerster sub 2, gevestigd in Duitsland, bestemde dagvaarding op de voet van art. 63 lid 1 Rv is betekend aan het kantoor van de advocaat waar zij in haar appeldagvaarding woonplaats had gekozen, terwijl namens de eiseres geen stukken zijn overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat binnen veertien dagen na die betekening verzending van de cassatiedagvaarding aan de Duitse ontvangende instantie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de EG-Betekeningsverordening ter betekening niet leent voor herstel, het verstek tegen verweerster sub 2 te worden geweigerd.