NJB 2007, 20
HR, 08-12-2006, nr. R05/097HR
HR 08-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0760
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2006
- Magistraten
Mrs. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann en A. Hammerstein
- Zaaknummer
R05/097HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ0760
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ0760, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0760, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑07‑2005
- Wetingang
BW art. 1:100
Essentie
Familierecht. Geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap; zelfstandige vaststelling van de verdeling door de appelrechter, ambtshalve vaststelling van peildatum voor waardering van goederen.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. P. Garretsen
tegen
de man, niet verschenen
Uitspraak
Partijen zijn op 24 mei 2000 in gemeenschap van goederen gehuwd.
De rechtbank heeft onder meer echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen vastgesteld.
In hoger beroep heeft de vrouw verzocht, met vernietiging van de bestreden beschikking, de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen anders vast ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.