RvdW 2006, 1058
Onrechtmatige daad zorgverzekeraars jegens farmaceutische bedrijven door beïnvloeden voorschrijfkeuze artsen met financiële incentives?; schending Reclamebesluit geneesmiddelen en Wet tarieven gezondheidszorg?; relativeitsvereiste; correctie Langemeijer.
HR 10-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9317 (Astrazeneca e.a./Amicon e.a.,Astrazeneca/Menzis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/070HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AY9317
- Roepnaam
Astrazeneca e.a./Amicon e.a.
Astrazeneca/Menzis
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY9317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY9317, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2006
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad zorgverzekeraars jegens farmaceutische bedrijven door beïnvloeden voorschrijfkeuze artsen met financiële incentives?; schending Reclamebesluit geneesmiddelen en Wet tarieven gezondheidszorg?; relativeitsvereiste; correctie Langemeijer.
Bij de beantwoording van de vraag of aan het in art. 6:163 BW neergelegde relativiteitsvereiste is voldaan, komt het aan op het doel en de strekking van de geschonden norm, aan de hand waarvan moet worden onderzocht tot welke personen en tot welke schade en welke wijzen van ontstaan van schade de daarmee beoogde bescherming zich uitstrekt. Ten aanzien van de door de fabrikanten van specialités gestelde schade als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.