NJ 2006, 547
Arbeidsovereenkomst. Achterstallig loon. Vordering tot exhibitie bescheiden ex art. 834a Rv in geval waarin art. 7:619 BW van toepassing is; stelplicht; taak rechter.
HR 06-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX7774
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/138HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AX7774
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX7774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX7774, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2005
- Wetingang
BW art. 7:619; Rv art. 843a; Rv art. 24
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Achterstallig loon. Vordering tot exhibitie bescheiden ex art. 834a Rv in geval waarin art. 7:619 BW van toepassing is; stelplicht; taak rechter.
Nu hier sprake is van een geval waarin thans eiser tot cassatie als werknemer overeenkomstig art. 7:619 BW het recht heeft van thans verweerders in cassatie als werkgevers overlegging te verlangen van zodanige bewijsstukken als hij nodig heeft om de gegevens vast te stellen voor de bepaling van zijn aanspraak op achterstallig loon, had eiser een rechtmatig belang om op de voet van art. 843a Rv overlegging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.