JOL 2003, 353
Kennelijke vergissing in dictum; Hoge Raad verbetert.
HR 27-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF6625
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2003
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C00/148HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AF6625
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF6625, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF6625, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2003
Essentie
Kennelijke vergissing in dictum; Hoge Raad verbetert.
Het middel dat klaagt over onbegrijpelijkheid kan bij gebrek aan belang niet tot cassatie leiden nu — gelet op de omvang van de rechtsstrijd in hoger beroep en de overwegingen die het Hof aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd — geen andere conclusie mogelijk is dan dat in het bestreden arrest in het dictum een kennelijke vergissing is gemaakt. De Hoge Raad verstaat hoe het dictum moet worden gelezen.
Partij(en)
E., te B., eiseres tot cassatie, adv.: mr. drs. R.W.L. Russell,
tegen
- 1.
M., te Coral Palms, Bermuda,
- 2.
M. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.