JOL 2003, 291
Onrechtmatige daad; handelen in groepsverband? Bewijswaardering.
HR 23-05-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5099
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 mei 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/148HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AF5099
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF5099, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF5099, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑05‑2003
Essentie
Onrechtmatige daad; handelen in groepsverband? Bewijswaardering.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's Hofs oordeel dat thans eiser tot cassatie geen belang heeft bij zijn grief dat thans verweerder in cassatie sub 1 — die in eerste aanleg is veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag van ongeveer ƒ 400 000 dat hij in een bordeel aan thans eiser tot cassatie heeft ontstolen — in groepsverband (art. 6:166 BW) met thans verweerders sub 2-5 heeft gehandeld, tegen 's Hofs oordeel dat voorshands, behoudens tegenbewijs, voldoende is aangetoond dat verweerder in cassatie sub 3 in nauwe samenwerking heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.