JOL 2003, 238
Regresrecht bij hoofdelijkheid; oud recht.
HR 18-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3411 (Rivier De Lek/Van de Wetering e.a)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2003
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/210HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AF3411
- Roepnaam
Rivier De Lek/Van de Wetering e.a
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3411, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2003
Essentie
Regresrecht bij hoofdelijkheid; oud recht.
Het Hof heeft — onbestreden in cassatie — geoordeeld dat thans verweerster in cassatie, die als hoofdelijk verbonden concernvennootschap (een deel van) de schuld uit een aan de houdstermaatschappij van het concern verstrekt krediet betaald heeft, op grond van art. 1330 (oud) BW in beginsel een regresvordering heeft op thans eiseressen tot cassatie (zustervennootschappen in het concern). Voorts heeft het Hof — eveneens onbestreden in cassatie — met betrekking tot de draagplicht van verweerster resp. eiseressen geoordeeld dat een krediet dat is verleend aan de houdstermaatschappij van een concern met het doel om binnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.