JOL 2003, 212
Antillenzaak. Echtscheiding; overgangsrecht; toepasselijkheid nieuw recht; pensioenverweer.
HR 11-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3448
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R01/096HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF3448
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3448, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2003
Essentie
Antillenzaak. Echtscheiding; overgangsrecht; toepasselijkheid nieuw recht; pensioenverweer.
In cassatie klaagt de vrouw terecht dat het Hof — terecht uitgaande van de toepasselijkheid van het nieuwe echtscheidingsrecht waaraan onmiddellijke werking toekomt, ook in lopende procedures — niet stilzwijgend had mogen voorbijgaan aan het door de vrouw gevoerde pensioenverweer van art. 1:153 (nieuw) NABW.
Partij(en)
[De vrouw], [te woonplaats], Nederlandse Antillen, verzoekster tot cassatie, adv. mr. P.S. Kamminga,
tegen
[De man], [te woonplaats], Nederlandse Antillen, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 18 juni 1999 ter griffie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.