JOL 2003, 34
Bewijswaardering verklaring partijgetuige bij tegenbewijs.
HR 17-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF0159
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 2003
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/154HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AF0159
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF0159, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF0159, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2003
Essentie
Bewijswaardering verklaring partijgetuige bij tegenbewijs.
Van een onjuiste rechtsopvatting geeft blijk 's Hofs oordeel dat overeenkomstig het bepaalde in art. 213 (oud) Rv. aan de door thans eiser tot cassatie als partijgetuige afgelegde verklaring slechts betekenis toekomt voorzover deze strekt ter aanvulling van ander — onvolledig — bewijs. Art. 213 (oud; thans art. 164 lid 2) Rv. is op de verklaring van eiser niet van toepassing nu blijkens 's Hofs arrest het doen horen van eiser niet strekte tot het leveren van bewijs van door eiser te bewijzen feiten, maar tot tegenbewijs tegen het door de wederpartij voortgebrachte bewijs. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.