JOL 2003, 15
Brandverzekering. Risicoverzekering; uitleg polisbedingen; feitelijk oordeel.
HR 10-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE9379
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 januari 2003
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/118HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AE9379
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AE9379, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE9379, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2003
Essentie
Brandverzekering. Risicoverzekering; uitleg polisbedingen; feitelijk oordeel.
's Hofs uitleg dat de in de polisvoorwaarden van de tussen partijen gesloten brandverzekering m.b.t. een bedrijfspand opgenomen bepaling, inhoudende dat het (opnieuw) verhuren van het bedrijf wordt beschouwd als een risicoverzwaring die door de verzekerde zo spoedig mogelijk aan de verzekeraar moet worden gemeld, slechts betrekking heeft op het geval dat het pand daadwerkelijk door de huurder ingebruikgenomen is en niet reeds op het geval dat de overeenkomst tot ingebruikneming is gesloten, is — ook al zou een andere uitleg mogelijk zijn geweest — niet onbegrijpelijk; deze aan het Hof, als rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.