JOL 2002, 708
Koopovereenkomst. Matiging boete; onbegrijpelijk oordeel. Uitleg beding inzage verzuim.
HR 20-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9253
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/104HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AE9253
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE9253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE9253, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2002
Essentie
Koopovereenkomst. Matiging boete; onbegrijpelijk oordeel. Uitleg beding inzage verzuim.
In het licht van de gedingstukken is onbegrijpelijk het oordeel van de Rechtbank dat thans eisers tot cassatie in hoger beroep het standpunt hebben ingenomen de boete te willen matigen tot het bedrag van hun werkelijke schade. Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen de door de Rechtbank gegeven uitleg aan de in het tussen partijen gesloten koopcontract opgenomen bepaling omtrent het moment waarop een partij in verzuim is.
Partij(en)
- 1.
[Eiser 1],
- 2.
[Eiseres 2], beiden te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. W.J. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.