JOL 2002, 477
Natuurlijke verbintenis; dringende morele verplichting. Huwelijksgoederenrecht.
HR 20-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4367
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 september 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, J.B. Fleers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C01/003HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AE4367
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE4367, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4367, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2002
Essentie
Natuurlijke verbintenis; dringende morele verplichting. Huwelijksgoederenrecht.
Het enkele uitvoeren van de man van verbouwingen en vernieuwingen in de in eigendom aan de vrouw toebehorende echtelijke woning kan niet leiden tot het oordeel dat op de vrouw een dringende morele verplichting in de zin van art. 6:3, lid 2, aanhef en onder b, BW rust om, in afwijking van het overeengekomen huwelijksgoederenregime, de man de helft van de overwaarde van de woning ten goede te laten komen.
Partij(en)
[De vrouw], te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. K.T.B. Salomons,
tegen
[De man], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.