JOL 2002, 437
Beroepsaansprakelijkheid advocaat; causaliteit; schadebegroting.
HR 09-08-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2176
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A.G. Pos, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C00/346HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AE2176
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑08‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2176, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2002
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid advocaat; causaliteit; schadebegroting.
Falende motiveringsklachten tegen 's Hofs oordeel dat oorzakelijk verband ontbreekt tussen de beroepsfout van de aangesproken advocaten en een gedeelte van de gestelde schade en tegen 's Hofs begroting van de schade.
Partij(en)
- 1.
[Eiser 1], te [woonplaats],
- 2.
[Eiseres 2], te [woonplaats],
- 3.
[Eiseres 3], te [woonplaats],
eisers tot cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
- 1.
[Verweerder 1],
- 2.
[Verweerder 2],
beiden te [woonplaats], verweerders in cassatie, adv. mr. J.G. de Vries Robbé.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie — verder te noemen: (eiser) c.s. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.