JOL 2002, 356
Pleidooi; opheldering vragen aan partijen; verkapte getuigenverklaring? Cassatieklacht die niet voldoet aan de eisen van art. 407 lid 2 (oud) Rv.
HR 21-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0655
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/275HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AE0655
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE0655, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE0655, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2002
Essentie
Pleidooi; opheldering vragen aan partijen; verkapte getuigenverklaring? Cassatieklacht die niet voldoet aan de eisen van art. 407 lid 2 (oud) Rv.
De klacht dat de bij gelegenheid van het pleidooi door [betrokkene 1] verstrekte toelichting het karakter draagt van een getuigenverklaring en niet van opheldering van onduidelijkheden door partijen of hun advocaten als bedoeld in art. 144 lid 2 (oud) Rv., zodat het Hof deze toelichting niet aan zijn oordeel ten grondslag had mogen leggen, faalt, nu het Hof [betrokkene 1] klaarblijkelijk heeft beschouwd als een van de personen die namens de Staat opheldering konden verschaffen over het standpunt van de Staat. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.