JOL 2002, 246
Huur woonruimte; gebruik overeenkomstig de bestemming van het gehuurde als woning.
HR 19-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9335
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C00/209HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AD9335
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9335, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9335, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2002
Essentie
Huur woonruimte; gebruik overeenkomstig de bestemming van het gehuurde als woning.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen het oordeel van de Rechtbank dat huurder niet handelt in strijd met de bestemming van het gehuurde als woning door de woning te verwarmen met op propaanflessen aangesloten kachels en te verlichten met kaarsen.
Partij(en)
Algemene woningbouwvereniging, te Amsterdam, eiseres tot cassatie, adv. mr. L.Ph.J. baron Van Utenhove,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. M.J. Schenck.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij exploit van 19 april 1999 heeft eiseres ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.